| | home | authors | | | new | | | about | | | newsfeed | | | | |
volume 4 juni 2001 |
De beste schreeuwer van de Noordzee |
|
||||
RNI Memories (14) | ||||||
door Ton van Draanen | ||||||
De beste — en hardste — schreeuwer van de Noordzee was ongetwijfeld Leo van der Goot, die in het begin van de jaren zeventig voor de Nederlandse service van Radio Noordzee onder meer het programma "Driemaster" verzorgde. In 1980 vroeg Ton van Draanen hem naar zijn ervaringen op de MEBO II. We drukken dit openhartige interview opnieuw af in onze reeks van herinneringen aan RNI. | ||||||
|
||||||
1 | Mensen die in de jaren zestig en zeventig naar de radio luisterden, verkozen vaak zonder veel nadenken de ene deejay boven de andere. Sommige spraken je meer aan en die vond je gewoon "beter". Pas achteraf komt dan de vraag op, waarom eigenlijk? Wat vond je toen goed aan een bepaalde deejay en welke kwaliteiten deden de ene deejay uitsteken boven de andere. Wat mijzelf betreft stond de radio in die jaren bijvoorbeeld meer afgesteld op de 220 meter dan op de 240, de 192 of de 538 meter. Op het punt van popradio ging mijn persoonlijke voorkeur, met andere woorden, uit naar de programma's van Radio Noordzee boven die van Hilversum 3 en van Radio Veronica. En uiteraard cultiveerde ik daarbinnen zo weer mijn persoonlijke voorkeuren als het ging om het presentatieteam. | |||||
2 | Mensen die voor mij persoonlijk hun stem niet zo nodig op de radio hoefden te laten horen, waren Tony Berk en Herman de Bruin. Mijn voorkeur ging uit naar namen als die van Nico Steenbergen, Hans ten Hooge, Mark van Amstel en bovenal die van Leo van der Goot. Van der Goot was een echte radioman, die tegenwoordig nog steeds actief is binnen de media, nu als programmadirecteur bij RTL4. Zijn stijl en presentatie waren uitstekend. Hij had niet alleen een enorm goede timing, maar hij wist inhoudelijk ook altijd goede informatie te geven. Hij bracht de juiste plaat op het juiste moment en schudde — net als alle presentatoren van het programma "Driemaster" de luisteraars wakker voor de mooie muziek op het Tamla Motown label. Daar kan nog, als een kenmerk van de man zelf, aan worden toegevoegd dat Van der Goot een perfecte "schreeuwer" was. |
|||||
3 | Van der Goot werd geboren op 2 januari 1950 in Amsterdam en het is helaas niet bekend of hij, direct na zijn geboorte, al net zo hard schreeuwde als later tijdens zijn radiocarrière. Wel stelt hijzelf, dat zijn schoolopleiding eigenlijk geen naam mag hebben. De voorbereiding van dit vraaggesprek begon met meer van dergelijke ontwijkende kinkslagen en het leek er dan ook even op dat dit interview geen serieus verhaal zou opleveren. Op de vraag hoe hij bij de radio betrokken was geraakt, antwoordde hij dat hij het eerst direct via het stopcontact had geprobeerd. Gelukkig raakte hij niet veel later in een meer ernstige, zij het nog steeds wel humoristische, bui en dat leverde de volgende uitgebreide en persoonlijke informatie op: | |||||
De eerste uitzending van Leo van der Goot bij de VARA op Hilversum 3 op 1 oktober 1974 | ||||||
4 | "Als kleine jongen luisterde ik veel naar Radio Caroline en Radio London, omdat de radio, die ik kreeg, daar toevallig op stond afgestemd. Nadat de Britse wetgever in augustus 1967 een einde gemaakt had aan de zeezenders voor de Britse kust en Radio Caroline ook na een aantal maanden was verdwenen, ben ik naar Radio Veronica gaan luisteren. Ik moet zeggen dat het me altijd wel gefascineerd heeft, die jongensdroom van op een schip zitten en platen draaien. In die tijd ben ikzelf dan ook wat gaan rommelen met draaitafels en radio's en krakkemikkige microfoontjes. Voor ik het wist zat ik op een jongerenfeest voor deejay te spelen." | |||||
5 | "Dat liep uit de hand nadat een vriend me had geattendeerd op een advertentie waarin de ziekenomroep Radio Lucas, van het gelijknamige ziekenhuis in Amsterdam, om medewerkers vroeg. Ik ben voor een spreektest naar de studio gegaan en werd direct aangenomen als presentator. Bij Radio Lucas zaten al mensen als Hans Hogendoorn, Ferry de Groot, Gerard Smit en Jack Aalten. Het zijn deze latere RNI-medewerkers die me bij Radio Lucas de kneepjes van het vak hebben geleerd. In de tijd dat we bij Radio Lucas actief waren, ontstond de Nederlandse service van RNI (Radio Noordzee) en het was Hans Hogendoorn die er als eerste heen ging om er als nieuwslezer, onder de naam Hans ten Hooge, te gaan werken. Op een bepaald moment had men een tweede nieuwslezer nodig en werd mij — via Ferry de Groot — gevraagd of ik mij wilde vervoegen ten burelen van John de Mol Sr. in een villa aan de Frans Halslaan in Hilversum. De volgende dag was ik al aangenomen als nieuwslezer op de bekende manier van 'blah, blah, blah, blah' en 'blah, blah, blah, goed jongen' en een week later zat ik al op de MEBO II, het zendschip van Radio Noordzee." |
|||||
Leo van der Goot op Radio Noordzee op 14 augustus 1971: De ochtenstond heeft tandpasta in de mond | ||||||
6 | "In eerste instantie waren we er slechts om de nieuwsuitzendingen samen te stellen en voor te lezen. Later pas, in 1971, begonnen we op de zaterdagmorgen, tussen 6 en 7 uur, iets 'live' te presenteren onder de titel 'de ochtendstond heeft tandpasta in de mond'. Verder vervingen we deejays, die met vakantie waren of waarvan geen bandprogramma aan boord was gekomen. Mijn eerste 'vervangprogramma' was er één voor Jan van Veen in de maand juni 1971. In de zomer van 1971, om precies te zijn in de maand augustus, kreeg de Nederlandse service voor de eerste maal zendtijduitbreiding en ging men vervolgens twee uur langer door, tot zes uur in de avond. Dit betekende dat vanaf vier uur in de middag een nieuw programma werd geprogrammeerd, dat, bij gebrek aan deejays aan land, live mocht worden gepresenteerd door de nieuwslezers. Het programma Driemaster was daarmee geboren." | |||||
7 | "Vrij snel is het programma Driemaster volwassen geworden en dat kwam echt niet door mijn geschreeuw en onzin, maar door Hans ten Hooge, dé man op de achtergrond. Hans had de naam bedacht, de beginjingle en de tune en stelde in eerste instantie een zeer strak format op, waardoor Driemaster het eerste programma op Radio Noordzee werd met een écht format en ik geloof dan ook nog steeds dat Driemaster zo'n succes is geworden door dit sterke strakke format. We hielden dit dan ook tot in het ziekelijke vol. Het nadeel van Driemaster was dat wij, Nico Steenbergen, Hans ten Hooge en ik zei de gek, elkaar steeds afwisselden." |
|||||
8 | "We waren drie personen met elk een totaal verschillend karakter. Hans, die eigenlijk helemaal geen deejay was, maar, net als nu nog steeds, een perfecte radioman en Nico, die een beetje een etterig toontje kon aanslaan en telkens kritische teksten had. Wat ons drieën bond was het ijzersterke format. We realiseerden ons toen al dat die formule de beste sleutel was om een goed programma te maken. Het viel bovendien op bij Radio Noordzee, omdat alle andere deejays nog nooit van 'format radio' hadden gehoord, laat staan dat ze dat principe hanteerden." | |||||
Leo van der Goot op Radio Noordzee op 26 augustus 1974 met Driemaster | ||||||
9 | "We begonnen elke middag met een Motown-plaat uit het verleden, gevolgd door de tune en Treiterschijf, die dan weer werd gevolgd door twee platen uit de top 10, twee gouwe ouwe, twee lagere top 50 platen, enzovoorts. Later, toen ik Driemaster alleen — op band — presenteerde, waren het blokken van drie platen in tamelijk strakke clusters, eigenlijk een beetje meer het kwartiertjes-format. Ook hadden we op een bepaald moment een vervolgverhaal in Driemaster, onder de titel 'Jochie'. Toevallig heb ik een paar weken geleden de banden nog eens afgeluisterd en ik moet stellen dat het een grote hoeveelheid bolle waanzin was. Het waren meer geluidseffecten dan dat er tekst was. Het idee is ontstaan nadat ik een promotieplaat van een platenmaatschappij had gehad, een Engelse plaat met een verhaal erop. Omdat ik dat zo leuk vond maakte ik er een vertaling van en samen met Nico Steenbergen ben ik de productiestudio aan boord ingegaan en hebben we het op band gezet. Van daaruit heb ik een vervolg geschreven en zo is 'Jochie' ontstaan." | |||||
10 | "Het hele verhaal ging over een jongetje dat in de ruimte belandde en daar allerlei onzinnige dingen meemaakte. Hij kwam er verschillende gekke types tegen, werd verliefd en ... ik weet het allemaal niet meer. Het verhaal heeft zich twee keer twaalf delen voortgesleept en als ik de teksten nu zou uitschrijven, dan denk ik dat iedereen onder de tafel zou schieten van het lachen. Niet omdat het zo komisch was, maar gewoon omdat het nergens op sloeg, bolle nonsens. Per aflevering duurde de 'kern' maar 30 tot 50 seconden terwijl het in totaal zo'n vier minuten zendtijd in beslag nam. We begonnen met de tune; dan het verhaal over het voorafgaande, daarna een halve elpee met geluidseffecten die we als een gek door elkaar monteerden. Gewoon het mes erin zetten en de stukken band aan elkaar plakken, het gaf niet hoe. Dan kreeg je het verhaaltje vanzelf, dan ook weer afgeladen met geluidseffecten en vervolgens de eindtune. En dat hebben we dan ook nog eens heel, heel lang volgehouden." |
|||||
11 | "De Engelsen waren trouwens helemaal niet blij met het feit dat de Nederlanders er twee uur bij kregen. Ik kan trouwens, na al die jaren, rustig mijn mening geven over een aantal van die Engelsen. Alan West en Stevie Merike waren hele goede jocks, maar in mijn ogen ook een stelletje arrogante zakken. Ze hadden een pet op van hier tot gunder en ze waren er heilig van overtuigd dat ze RNI helemaal alleen maakten. In die tijd bleek dat de Nederlandse service commercieel goed liep en om aan de vraag van de adverteerders te kunnen blijven voldoen, moest die service worden uitgebreid. Het was natuurlijk waanzin om op die uren een stelletje Engelsen te zetten waarnaar in Nederland geen hond luisterde." | |||||
Leo van der Goot rapporteert het proefproject met satellietradio Euro Radio (6 september 1986) | ||||||
12 | "Het leven aan boord met die Engelsen was trouwens fifty-fifty. Met Dave Rodgers heb ik erg goede contacten gehad, hetgeen in de beginperiode ook het geval was met Paul May en Terry Davis. Maar, Crispian St. John, Alan West en Stevie Merike zag ik liever niet dan wel. Die heren hadden na augustus 1967 een blauwe maandag bij Radio Caroline gewerkt en dachten echt dat ze 'god' zelf waren. Zij waren het dan ook die heftig protesteerden toen wij zendtijduitbreiding kregen. Het ontbrak ze totaal aan inzicht en ze wilden de realiteit niet zien dat de Nederlandse service het meeste geld binnen bracht. Dus, over het algemeen waren de contacten wel aardig en heb ik verschrikkelijk veel van ze geleerd. Maar, het meeste heb ik toch geleerd van Hans ten Hooge." | |||||
13 | "Van Hans moest je verplicht 'glimlachen' als de microfoon open ging. Hij presteerde het om je met een krant op je handen te slaan: 'Smile, godverdomme' schreeuwde hij dan, 'elke plaat, elke aankondiging moet je lachend brengen, het moet allemaal goed zijn.' De hele technische aanpak en radiomentaliteit van dwars door de muur gaan, als dat nodig was, daar heb ik via hem veel van geleerd. Ik moest van Hans rustig een hele dag 'Man of Action', de stationtune, monteren van twee minuten zoveel naar twintig seconden. Ik moest er een heel stuk uithalen en dat mocht dan niet hoorbaar zijn. Na vijftig montages vond hij het nog niet goed en hup, daar ging ik dan weer. Achteraf ben ik Hans dankbaar dat hij mij toen zo hard heeft aangepakt." |
|||||
14 | "We maakten echter ook beroerde tijden mee, toen de bevoorrading niet helemaal was zoals het moest zijn. We begonnen te smeken om een tender, vaak in de vorm van een cynische opmerking na het nieuws. In de programma's was het verder niet te merken. We zeiden dan wel enkele dingen, die alleen maar door mensen, die de boot kenden, konden worden begrepen. Het was zo, dat in die tijd de organisatie van Geiser en Boiler — Meister en Bollier dus — allerbelabberdst draaide. Het gebeurde wel, dat je een tijdje zonder vers eten op het zendschip zat. En dat mocht toch eigenlijk niet mogelijk zijn met een ijzersterke organisatie. Een andere factor was, dat, toen het bericht over het eten, na het nieuws, de ether in ging, ik net met de Triptender, de bevoorradingsboot, achter de MEBO II lag om het eten over te hevelen. Maar, dat lukte gewoon niet, omdat het windkracht 11 was. Dat was dan ook tevens één van de weinige keren dat ik doodziek ben geweest." | |||||
15 | "Nadat wij de Triptender, de oude Offshore I van Wijsmuller, uit IJmuiden naar Scheveningen hadden gehaald, konden we zelf gaan tenderen. Het is een fout in het beleid van Meister en Bollier geweest, om tijdens slecht weer, weken lang niet te bevoorraden. We hadden nog wel wat bevroren melk en blikken oud voer, maar daarvan kon je echt niet goed leven, laat staan goed blijven werken. Hoe ze dat later bij Radio Caroline hebben gedaan is hun probleem. Dan ben je ook niet helemaal goed bij je hoofd, vind ik. Maar in 1971 kon alles nog allemaal legaal gebeuren, dus kon er ook regelmatig voor vers voedsel worden gezorgd. | |||||
16 | "Er is vaak misverstand geweest onder de luisteraars inzake de bevoorrading. Kijk, Meister en Bollier waren de eigenaars van de MEBO II en ze waren derhalve verantwoordelijk voor de bemanning en het schip en dus ook voor de bevoorrading van het schip. De Strengholt-organisatie, waarvan de Nederlandse service een onderdeel was, leverde alleen maar programma's aan. Die had de zenders en de apparatuur gehuurd. Zij namen op een bepaald moment wel de verantwoordelijkheid voor de bevoorrading, net zo als toen er op een bepaald moment een ankerketting brak en de heren Meister en Bollier op dat moment geen geld hadden om een nieuwe aan te schaffen. Maar in principe was Strengholt daar dus niet verantwoordelijk voor." |
|||||
17 | "In de zomer van 1973 ging ik aan land werken. Daarvoor had ik de 'Hou 'em in de lucht' actie aan boord georganiseerd. Dat was intensief werken en pal daarna ben ik op vakantie gegaan, want ik was het aan boord zitten zo langzamerhand echt zat geworden. Ik had er zo'n twee jaar op gezeten en dacht: 'Zo is het wel genoeg.' Ik ben vervolgens naar onze programmaleider, Tony Berk, gegaan en ik heb hem gezegd dat ik er af wilde. Dat vlotte niet zo snel omdat Tony mijn opmerkingen gewoon een beetje vergeten had. Ik heb vervolgens heel hoog spel gespeeld en gezegd: 'Jongens, ik vind het allemaal best wat jullie doen, maar als ik nu niet van de boot af kan, dan ga ik weg.' Dat hielp, want binnen een week was ik van boord en zat ik Driemaster aan de wal te maken. Ik weet wel dat het natuurlijk een uitgesproken live-programma was en dat het, toen ik het aan land ging opnemen, volkomen anders werd." | |||||
18 | "Het voordeel was dan wel dat Driemaster vervolgens door één jock werd gemaakt, met nog immer het strakke format, dat inmiddels wel wat was aangepast. Ik deed Driemaster de laatste maanden weer aan boord met Dick de Graaf. We hadden totaal verschillende karakters en dat werkte dus niet. Dick moest afbreken wat ik had opgebouwd om vervolgens zijn eigen zaakje op te bouwen en als ik dan weer aan boord kwam moest ik zijn zaakjes afbreken om mijn eigen zaakjes weer te herstellen, enzovoort. Dat is het grote probleem met live-programma's vanaf schepen. Het is allemaal leuk bedacht en zo, maar in principe kan het helemaal niet. Je kunt niet om de week van deejay wisselen op één programma, zo werkt het voor de luisteraar niet. Die zit heel anders in elkaar, die heeft hele andere behoeften. Het heeft het programma nooit kwaad gedaan om over te stappen op ingeblikte programma's en mij zeker niet." | |||||
19 | "Ik vond het erg prettig werken aan de wal. Ik had samen met Ferry Maat 'Studio Pijp' en daar was het erg gezellig. Daarnaast kon ik me meer gaan bezig houden met dingen die op het station gebeurden en dat waren er nogal wat. Op een bepaald moment, in de nazomer van 1973, verlieten Nico Steenbergen, Peter Holland en Jack Aalten het station. Dat was een truc van Jan Nagel van de FNV omroepvakbond. Die had beloofd dat er voor hen werk in Hilversum zou komen en daar is een deel van die jongens eerst het slachtoffer van geworden. Ook Strengholt, de directie van Radio Noordzee, voerde toen maar een raar beleid. Ze eisten van ons dat we solidair zouden zijn, terwijl ze ons geen enkele garantie konden geven. De afspraak was zelfs dat, als de zender op last van de regering uit de ether moest, we meteen op straat zouden komen te staan." |
|||||
Leo van der Goot presenteert op Kink FM in augustus 1995 | ||||||
20 | "Het was op een bepaald moment zo'n zooitje, dat er voor die jongens niets anders op zat dan weg te gaan, wat voor hen op dat moment ook het beste was want de sfeer werd stukken minder. Er kwamen mensen bij die niet goed pasten bij onze stijl en daarom niet echt bevorderlijk waren voor de onderlinge sfeer. Het was, ondanks dat, overigens best gezellig en we lachten heel wat af. We bleven types houden als Pieter Damave, die altijd onzinnige grappen in huis had. De sfeer tussen Ferry, Tony en mij was ook uitstekend en die anderen, ach, die heb je in elke organisatie rond lopen. Daar trokken wij ons dus lekker niets van aan." | |||||
21 | "In de laatste maanden van de geschiedenis van RNI was er, wat mij betreft, weinig tot niets veranderd. Je had een baan, je werkte voor een radiostation en dat radiostation moest tot een goed einde worden gebracht. Je kon wel bij de pakken neer gaan zitten, maar dan hielp je zo'n station alleen maar naar de kloten. Daar won niemand iets mee en dus bleven we gewoon ons werk doen. We deden gewoon onze uiterste best om Radio Noordzee tot een goed einde te brengen. Ik moet ook zeggen dat ik die laatste tijd helemaal niet emotioneel gebonden heb doorgemaakt." |
|||||
22 | "De enige keer dat ik echt emotioneel ben geweest, was toen de wet tegen de zeezenders werd aangenomen. Toen was ik echt kapot en heb ik gehuild. Maar na die tijd moest je het accepteren en gingen we dus gewoon door met het maken van programma's tot de bewuste zendersluiting een feit zou zijn. We wilden de gedachte aan Radio Noordzee na die beruchte 31ste augustus 1974 levend houden, hetgeen uiteindelijk uitstekend is gelukt. Als je dat wilt doen, dan moet het laatste programma het beste zijn. Daar mag dan geen enkele emotie in door klinken maar moet je gewoonweg keihard de beste zijn." | |||||
23 | "Ik vind trouwens niet dat Radio Veronica het met haar laatste uur, dat wel zeer emotioneel was, verkeerd heeft aangepakt. Je moet een duidelijk verschil aanbrengen tussen Radio Noordzee en Radio Veronica uit die tijd. Je kon en kunt die stations niet met elkaar vergelijken, buiten het feit dat ze beiden op een boot zaten en commercieel waren. Het waren, qua sfeer, twee totaal verschillende stations. Radio Veronica heeft altijd op de emoties van de luisteraars ingespeeld en moest daar derhalve tot het einde mee doorgaan. Als Radio Veronica op dezelfde manier als Radio Noordzee uit de lucht was gegaan, dan was het een stijlbreuk geweest. Dus deden ze het emotioneel en goed." | |||||
24 | "Radio Noordzee was er om veel geld te verdienen en daarmee basta. En als er geen geld meer mee te verdienen is, dan kap je ermee. Dan zorg je dat je de laatste nacht een beetje lacht en dat hebben we gedaan! Wij deden bijvoorbeeld 'Flashing Scheveningen', waarbij we jonge mensen naar de kust lieten komen met hun auto of naar het strand van Scheveningen. Ze moesten vervolgens op commando met hun knipperlichten vragen van ons beantwoorden. Toen het station de volgende avond uiteindelijk om acht uur voorgoed uit de ether was verdwenen, zijn we allemaal wel verschrikkelijk dronken geworden en hebben we ontzettend gelachen." |
|||||
Leo van der Goot op Radio Noordzee op 31 augustus 1974: Flashing Scheveningen | ||||||
25 | "We hebben onze agressie, op bepaalde collega's, uitgeleefd met behulp van dozen met eieren. De eieren vlogen als projectielen door het schip heen. Tony Berk vond zijn bed besmeurd met boter. Klom boven op de tafel in de lounge met een doos vol eieren, die hij ook in zijn bed had gevonden. Hij riep toen dat hij een moedervlek op zijn bil had, die hij wel even wilde laten zien. Wij maar roepen dat dit niet nodig was, want we geloofden hem zo ook wel. John de Mol Sr. — hij sliep in de captain's lounge — kwam in zijn onderbroek naar buiten om te vragen of het niet wat rustiger aan kon. Op dat moment ontplofte, vlak naast zijn hoofd, een ei. Hij wist niet hoe vlug hij weer weg moest wezen. We hebben hem daarna de hele nacht niet meer gezien!" | |||||
In 1980, ten tijde van dit interview, was Ton van Draanen eindredacteur van het Freewave Media Magazine. Tegenwoordig is hij werkzaam als producer bij de AVRO. Dit resultaat van zijn gesprek met Leo van der Goot verscheen eerder in het boek: Knot, Hans (red.) (1994), Radio Noordzee Herinneringen. Amsterdam: Stichting Media Communicatie. The sound fragments on this page are copyrighted. They are used here according to the rules of fair use and academic quoting. Take a look at the index of RNI Memories for other installments of this series. | ||||||
2001 © Soundscapes | ||||||