Logo  
  | home   authors | new | about | newsfeed | print |  
volume 2
augustus 1999

Jan Willem Rengelink (1912-1999)

 





   
  door Renso H. van Bergen
Previous
  Op 15 april 1999 overleed Jan Willem Rengelink, die naam maakte als televisie-commissaris. Renso van Bergen schreef al eerder over hem in verband met de affaire Hansen uit 1958 rond een artikel in het maandblad Wij Televisiekijkers — zie: 'Wij Televisiekijkers' en de brief van televisiecommissaris Jan Willem Rengelink. Hier kijkt Van Bergen terug op het leven van de man die 20 jaar lang — tussen 1951-1973 met een onderbreking van steeds een enkel jaar, en dus maar liefst drie keer — de functie van televisiecommissaris bekleedde en in die tijd het bestaansrecht van het NTS-, het latere NOS-journaal verdedigde.

1 Een autoritaire toon. We hebben Jan Willem Rengelink niet vaak gesproken, maar in het afgelopen jaar bij toeval twee keer. Vrij recent dus. Het ging onder meer over een brief die bij in de jaren vijftig had geschreven aan een Volkskrant-journalist. Die brief was in een nagelaten archief gevonden door onze medewerker Hans Knot en wat aan die brief vooral opviel was de autoritaire toon. Over die episode verscheen hier eerder een bijdrage. Wat wist Rengelink zich hiervan nog te herinneren? Na ruim veertig jaar niets natuurlijk, maar het bleek wel een goede aanleiding om nog eens wat te filosoferen over de situatie van die dagen.
2 Een volwaardig NTS-programma. Rengelink was televisie-commissaris van het toen nog piepjonge medium en hij werd omringd door medebestuurders die hun sporen in het radiobeleid hadden verdiend, maar vaak van televisie weinig wisten. Er was zelfs een omroepbestuurder, met een belangrijke post in het toenmalige NTS-bestuur, die het belang van een behoorlijk journaal niet inzag. Rengelink vertelde, op zijn laconieke manier, dat het in die dagen voor een televisiecommissaris vaak lastig manoeuvreren was. En om te kunnen verdedigen wat hij juist wilde verdedigen, toen een volwaardig NTS-programma, moest hij wel eens in alle richtingen zijn tanden laten zien.
3 Duivendrecht. Rengelinks bemoeienis met televisie begon toen het medium op weg was naar het Gooi. Op 1 december 1949 werd hij als bestuurder van de Vara belast met de voorbereidingen voor de komst van televisie. Juist bij de Vara zag men toen al het grote belang van televisie in. In de daarop volgende periode is er een moment gekomen waarin Rengelink een cruciale rol heeft gespeeld bij de komst van televisie naar Bussum. De bioscoopwereld had ook zo z'n belangen en in het kader daarvan moest Rengelink in Duivendrecht gaan kijken of de filmstudio's daar mogelijk een geschikte locatie boden. Een paar jaar geleden haalde hij in een ander gesprek dat moment nog eens op. Het is niet bekend of hij er vooraf al weinig voor voelde, maar in ieder geval is hij toen wel gaan kijken. En vond het daarginds weinig zaaks, waarna Duivendrecht als mogelijk televisiecentrum uit het zicht verdween.
4 Drie keer televisie-commissaris. Toen de televisie in 1951 echt begon, lag het voor de hand dat hij televisie-commissaris in het dagelijks bestuur van de NTS werd. Maar liefst drie keer, tot zijn pensioen in 1973, heeft hij die functie vervuld. Curieus was het moment toen hij in 1964 uit eigen beweging opstapte omdat de 'gezamenlijkheid' hem geen ruimte bood voor het opzetten van een echte NTS-programmastaf. Een jaar later was die patstelling doorbroken en keerde Rengelink terug. Over de terugkeer vermeldt Carel Enkelaar nog een anekdote in zijn boek 'Ooggetuige'. NCRV-voorzitter Roosjen en KRO-voorzitter Van Doorn hadden op die post liever niet opnieuw een socialist, maar de portefeuilleverdeling in de raad van beheer liet ze geen andere keus. Roosjen zou toen naar Rengelink zijn gegaan met de woorden: "We zijn tot de conclusie gekomen dat we weinig anders kunnen doen dan juist jou weer te vragen." Begin 1968 ging Rengelink echt weg en werd hij als commissaris opgevolgd door KRO-man Castelijns. Die vertrok al weer na een jaar na een conflict met de omroepen. Jan Willem Rengelink keerde, voor de derde keer dus, terug. In 1973 was zijn vertrek definitief. Hij werd toen opgevolgd door AVRO-bestuurder Chris Steketee. Rengelink werd voorzitter van de NOZEMA en bleef tot 1976 in deze functie.
5 De Scala-opzet. Bijna twintig jaar was Rengelink dus programmacommissaris. Een lange periode waarin hij niet schroomde, als dat nodig was, zich naar twee kanten ferm op te stellen. Hij keerde zich in 1964 tegen de omroepen toen bleek dat ze geen volwaardige NTS-staf wilden. Volgens Rengelink was dit juist wel de bedoeling van de wet en daarom moest het ook gebeuren. Daarnaast ergerde het hem dat de omroepen richting NTS vaak mensen afschoven die ze in eigen huis liever kwijt wilden. Dat waren niet altijd de beste krachten, memoreerde bij nog tijdens een van die gesprekken vorig jaar. Aan de andere kant greep hij ook in op het moment dat volgens hem de NTS- en daarna de NOS-staf meer wilde dan eigenlijk wettelijk gezien kon. Dat was bijvoorbeeld het geval bij het programma 'Scala', waarin onderwerpen aan de orde kwamen die vervolgens ook werden behandeld in de actualiteitenrubrieken van de omroepen. Hieruit ontstonden grote problemen. Rengelink vond dat de omroepen in dit geval gelijk hadden en maakte een einde aan die 'Scala'-opzet. Later herinnerde hij er in een vraaggesprek nog eens aan dat men hem dat toen bij de NOS niet in dank had afgenomen. Rengelink: "Maar ik ben nog altijd van mening dat ik toen volstrekt juist heb gehandeld."
6 Van Imhoff en Eurovisie. Die overtuiging hield hij ook als het ging om de Van Imhoff-affaire in 1965, het jaar waarin hij was teruggekeerd in zijn eigenlijke functie van secretaris van de Vara. De Van Imhoff was het schip waarmee vijfhonderd Duitsers naar elders werden getransporteerd na de Japanse inval in Indië. Het schip werd getorpedeerd en Duitse geïnterneerden kwamen hierbij om het leven. Rengelink vond de hierover gemaakte documentaire niet in alle opzichten objectief en blokkeerde de uitzending. Daarnaast had bij nog een argument: ook als in deze tragische zaak fouten waren gemaakt dan kon dit niet worden los gezien van de alles veroorzakende nazi-ideologie. Wat dat laatste betekende had hij zelf in de oorlogsjaren ondervonden. Hij had gevangen gezeten in Scheveningen en in het Duitse Coesfeld. Na de oorlog werd hem het Verzetskruis toegekend. Wat zijn betekenis voor de omroep betreft moet nog worden vermeld dat hij aan de wieg heeft gestaan van de Eurovisie-nieuwsuitwisselingen. Van 1958 tot 1968 was Rengelink voorzitter van de nieuwscommissie van de EBU en van 1969 tot 1973 voorzitter van de EBU tv-programmacommissie. Op 15 april van dit jaar kwam een einde aan een actief en werkzaam leven.
   
Previous
  1999 © Soundscapes