Logo  
  | home   authors | new | about | newsfeed | print |  
volume 4
september 2001

Het Rapport Andriessen op een andere manier belicht

 





  De halve waarheden en hele fouten van de Commissie Herverdeling Radiofrequenties
door Walter Dubateau
Previous
  De wens van een Kamermeerderheid om radiofrequenties voor commerciële radio te verdelen door middel van een vergelijkende toets is praktisch en juridisch haalbaar. Dat was de uitkomst van een onderzoek onder leiding van oud-minister Andriessen, dat in opdracht van de landelijke (VCR) en regionale (NLCR) commerciële radiostations werd uitgevoerd en eind augustus het licht zag. Walter Dubateau las het rapport kritisch door en komt tot een andere conclusie.
 
1 Een lijvig boekwerk. Eind augustus lag er plotseling een rapport van de "Commissie Herverdeling Radiofrequenties" op tafel. Een lijvig boekwerk van 146 pagina's. Het betreft hier een onderzoek uitgevoerd door het accountantskantoor Deloitte & Touche, waaraan oud-minister van Economische Zaken en voormalig vice-president van de Europese Commissie Frans Andriessen, burgemeester Ruud Vreeman van Zaanstad — eveneens een vooraanstaand lid van de Partij van de Arbeid — en de Amsterdamse hoogleraar staats- en bestuursrecht mr. Hendrik Jan de Ru hun namen hebben verbonden. Het onderzoek is uitgevoerd in opdracht van de belangenorganisaties VCR — de verenigde landelijke commerciële stations — en de NLCR — de verzamelde regionale commerciële omroepen.
2 Rapport zal geen indruk maken in Den Haag. Professor de Ru was lid van de (overheids)commissie-Bouw, die stelde dat bestaande zenders hun frequenties moeten behouden. Je kunt je afvragen of die commissie nu nog wel als geloofwaardig kan worden beschouwd, aangezien één van haar leden een financiële relatie blijkt te onderhouden met een direct belanghebbende. Op zijn minst bestaat nu de suggestie dat de VCR een geldelijke beloning geeft voor een standpunt dat haar leden miljoenen guldens heeft opgeleverd. Het Tweede-Kamerlid drs Harry van Bommel (SP) stelt dat dit rapport verzwakt is door de positie van De Ru er in. "Zijn deelname aan de commissie is opmerkelijk. Het zal zeker van invloed zijn op manier hoe men met het rapport omgaat. Het zal in Den Haag niet veel indruk maken," aldus Van Bommel tegen een medewerker van de nog niet uitzendende "kandidaat" Nieuws FM. Zijn standpunt is opvallend omdat Van Bommel voorstander is van een beauty contest.
3 Andriessen hield geen rekening met eerdere afspraken. Het rapport toont volgens de ondertekenaars aan dat het wel degelijk mogelijk is om in Nederland in plaats van een veiling een vergelijkende toets te organiseren, en dat er bovendien geen sprake is van tijdsdruk met betrekking tot de ingebruikname van etherfrequenties. Dat laatste klopt al niet helemaal. Om frequenties te kunnen gebruiken moet Nederland afspraken maken met de omringende landen. Dit is zo bepaald door de International Telecommunications Union (ITU) in Genève, een onderdeel van de Verenigde Naties waarbij zowel Nederland als de omringende landen zijn aangesloten. Welnu, Nederland heeft met België, Duitsland, Frankrijk, Denemarken, Luxemburg en Groot-Brittannië afgesproken dat er op 1 september van dit jaar een nieuwe verdeling zou zijn. En aan een afspraak moet je je houden.
4 Niet de schuld van De Vries, wel van België. De situatie die nu in Nederland is ontstaan, is echter niet uniek. Ook in België zijne er problemen ontstaan met betrekking tot de frequenties. Zo betwist de Franstalige Gemeenschap de ingebruikname van Vlaamse commerciële frequenties, later dit jaar. België als land kan dus nog niet precies zeggen welke frequenties er gecoördineerd dienen te worden. Met als gevolg dat ook de Nederlandse frequentieplannen vertraging oplopen. Het CDA-kamerlid Joop Atsma vraagt zich nu weliswaar hardop af in de pers of Staatssecretaris Monique de Vries de Tweede Kamer wellicht heeft voorgelogen, maar zij kan er uiteraard ook niets aan doen dat België er weer eens zo'n troep van maakt. Dit heeft wel tot gevolg dat de frequentieplanning in Nederland nu ook iets ruimer is komen te zitten.
5 Tijdelijke noodmaatregel herzien na drie jaar. De meeste huidige gebruikers van FM-etherfrequenties pleiten voor een verdeling door middel van een vergelijkende toets, de zogeheten beauty contest. Daarbij zouden dan bedrijfseconomische redenen en "diversiteit" als belangrijkste criteria gelden. In de praktijk zou dit neerkomen op het behoud van de beste frequentiepakketten door de huidige zenders met de populaire formats zoals Sky Radio, Radio 538, Radio 10 ... En, nieuwe frequenties zouden dan vooral in gebruik moeten worden genomen door formats die niet concurrerend zijn met deze "topstations". Het liefst zouden de radiostations een verdeling zien zoals in 1997. Toen gaf minister Jorritsma immers toestemming aan de VCR om de destijds beschikbare frequenties onderling te verdelen. De toenmalige Minister van Verkeer en Waterstaat zei er wel uitdrukkelijk bij dat dit een soort van tijdelijke "noodmaatregel" was, en dat na drie jaar er een definitieve verdeling plaats zou vinden, waarbij alle marktpartijen gelijke kansen zouden hebben.
6 Iedere dag tikt rekening van Murdoch-zenders aan. Tot dusver zijn de grote commerciële stations er keer op keer in geslaagd om de besluitvorming met betrekking tot commerciële omroep te frustreren, met als gevolg dat nu de licenties opnieuw met een jaar zijn verlengd tot 1 september 2002. Eerlijk is eerlijk, het blijft een knappe prestatie van Sky Radio en consorten. Voor elke week dat Sky en 538 er in slagen de veiling uit te stellen levert dat de Murdoch-zenders 5,5 miljoen gulden bruto reclame-omzet op. De kosten van de deskundigen van dit rapport vallen daarbij in het niet.
7 Brief aan de Tweede Kamer. De staatssecretarissen Monique de Vries en Rick van der Ploeg hebben reeds een brief naar de Tweede Kamer gestuurd, waarin staat dat een vergelijkende toets zoals in 1997 niet mogelijk is. Op de eerste plaats is er de Nederlandse Telecommunicatiewet. Die bepaald dat indien frequenties kunnen worden geveild, ze moeten worden geveild. Wil men een vergelijkende toets, dan dient de overheid te kunnen motiveren op welke maatschappelijke, culturele of economische gronden dit dan zou moeten gebeuren. Daarbij merken de staatssecretarissen op dat alleen het individuele economische belang van bestaande gebruikers van etherfrequenties, onvoldoende rechtvaardigingsgrond vormt om dat niet te doen. Daarnaast zal iedere keer moeten worden onderzocht of een bepaald belang ook door middel van een veiling kan worden behartigd. Verder, zo schrijven de bewindslieden, zal een vergelijkende toets vooral op kwalitatieve, inhoudelijke criteria moeten worden gebaseerd. Deze criteria dienen te voldoen aan relevante nationale en Europese wet- en regelgeving, alsmede aan de beginselen van behoorlijk bestuur.
8 Rapport Andriessen keek vooral naar buitenland. Vooral met dit laatste gegeven slaan de staatssecretarissen de spijker op zijn kop. Het is waar dat de meeste Europese landen een vergelijkende toets hanteren bij de uitgifte van frequenties. Ze doen dit al vele jaren, met als doel een dikke politieke vinger in de pap te kunnen houden. Maar ondertussen staan ook de ontwikkelingen op Europeesrechtelijk niveau niet stil. Veruit de meeste uitgifteprocedures die in het buitenland worden gevoerd, zijn al jaren oud. En voldoen derhalve niet meer aan de actuele Europese regelgeving. Wat het "Rapport Andriessen" in feite doet, is stellen: "Kijk , zo werkt het in dat en dat en dat en dat land en waarom kan dat in Nederland dan ook niet zo?"
9 Radio, is net zoals televisie, een dienst. We zullen eens wat van deze criteria langslopen. Op de eerste plaats dient te worden opgemerkt dat, waar voor televisie conform de Europese TV-richtlijn duidelijk is welke overheid toezicht dient te houden op TV-uitzendingen, dit voor het medium radio onduidelijk is. Nederland heeft de bepalingen zoals die in de TV-richtlijn staan ook van toepassing verklaard op "radio", in artikel 4 van de Nederlandse Mediawet. Er zijn landen die dit niet hebben gedaan, zoals België. Echter, dit betekent niet dat "radio" geen dienst is volgens artikel 49 van het EU-Verdrag. Het weigeren van radioprogramma's of radio-organisaties uit andere EU-landen is niet toegestaan. Enkel de wetgeving op radiogebied is nog niet geharmoniseerd binnen EU-verband.
10 Commissie Andriessen praatte hoofdzakelijk met "overheden". De Commissie Andriessen onderzocht de situatie in acht landen: België, Duitsland, Frankrijk, Groot-Brittannië, Ierland, Italië, Spanje en Zweden. Volgens de lijst met geïnterviewden zijn vrijwel uitsluitend vertegenwoordigers van overheidsorganen die belast zijn met de uitgifte van frequenties aan het woord gekomen. Zij hebben er een direct belang bij om het door hen gevoerde beleid zo mooi en probleemloos mogelijk te presenteren. Ook de lijst met geraadpleegde literatuur bestaat hoofdzakelijk uit overheidsstukken.
11 Vlaanderen heeft al vier rechtszaken tegen zich. Voor een evenwichtig antwoord op de vraag of bijvoorbeeld Vlaanderen een correcte toetsingsprocedure voert, is het beslist onvoldoende om uitsluitend de directeur-generaal Administratie Media, Paul Vandevelde en frequentie-adviseur Gino Ducheyne aan de tand te voelen. De actuele situatie met betrekking tot de Vlaamse procedure is dat donderdag 9 september de gedoodverfde kandidaat Q-Music één pakket kreeg toegewezen, en het tweede pakket kreeg 4FM. Maar voordat de frequenties werden toegekend liepen er al vier rechtszaken, waarvan twee zijn aangespannen door de Franstalige Gemeenschap en door de Franstalige publieke omroep RTBF. Naar verwachting zullen partijen die zijn afgewezen, volgen. Dat zal Paul Vandevelde de "Commissie Andriessen" vermoedelijk niet graag vertellen.
12 Huidige commerciëlen kunnen licentie kwijtspelen. Overigens, de enige geïnterviewden in Nederland zijn juist niét overheidsmedewerkers. In Nederland is er uitsluitend gesproken met voorzitter Martin Banga van de Vereniging Commerciële Radio — en tevens directielid van Sky Radio — en met Nozema-directeur Koning en met topman Robert-Jan van der Hoeven van Broadcast Partners. Deze twee zenderexploitanten hebben op dit moment uitsluitend bestaande stations als klant die mogelijk hun frequenties kwijt te raken. Derhalve lijkt het niet voor de hand liggend dat deze organisaties zullen pleiten voor de veiling, ook al is het streven van de overheid om meer zenders tot de ether toe te laten.
13 Vlaanderen heeft vier maanden nodig. In het rapport schrijft de Commissie Andriessen dat Vlaanderen verwacht ongeveer vier maanden nodig te hebben voor de verdeling van de twee landelijke frequentiepakketten. "Hoera, het organiseren van een vergelijkende toets kan dus wel degelijk binnen enkele maanden," zo luidt ongeveer de conclusie van de ondertekenaars, elders in het rapport. Wat nergens in de tekst te vinden valt, is dat de Vlaamse overheid reeds sinds 1998 aan de huidige procedure werkt, waarvan de afronding momenteel in volle gang is. Het is bovendien een voorlopige afronding, omdat de partijen die het Vlaams Commissariaat voor de Media voor de Belgische Raad van State hebben gesleept, zeer sterke argumenten hebben die tot nietigverklaring van de procedure kunnen leiden.
14 Geen maand de tijd voor overeenkomsten. Ook staan er fouten in het "Rapport Andriessen". Zo wordt er gesteld dat na publicatie in het Belgisch Staatsblad, geïnteresseerde partijen één maand de tijd hebben voor het indienen van een aanvraag. Vervolgens zou het Commissariaat de betrokkenen ervan op de hoogte brengen indien er meerdere kandidaten zijn voor een en dezelfde frequentie. De kandidaten kunnen, althans volgens de "Commissie Andriessen", een fusie-overeenkomst of overeenkomst van frequentiedeling afsluiten en een in die zin gewijzigde aanvraag tot erkenning indienen. Deze door de Commissie verstrekte informatie aan de Nederlandse parlementairen is echter volstrekt onjuist. In Vlaanderen was de deadline voor het indienen van de dossiers maandag 16 juli jongstleden. Wijzigingen aan het ingediende dossier waren daarna niet meer mogelijk. Hooguit zou het Vlaams Commissariaat zelf eventueel nog ontbrekende informatie op kunnen vragen, maar voorzover bekend werd van deze mogelijkheid geen gebruik gemaakt.
15 De Vlaamse inbreuken op de Europese regelgeving. Wat verder niet te vinden is in het stuk van Andriessen c.s. is dat de Vlaamse procedure gericht is op erkenning door het Vlaams Commissariaat voor de Media van twee "landelijke omroepen", die ieder een etherfrequentiepakket zullen krijgen. Om onder het toezicht van Vlaanderen te kunnen vallen, kan men volgens de interpretatie van het Vlaamse Commissariaat niet onder de mediawetgeving van een andere EU-lidstaat vallen. Dit houdt tevens dat commerciële radio-organisaties verplicht worden om zich in Vlaanderen te vestigen. Dit is een ernstige schending van artikel 49 van het EU-Verdrag. Een andere eis is dat de "erkende landelijke omroep" zélf het zenderpark exploiteert. Ook moet de rechtspersoon zelf de technici in dienst nemen die het werk zullen gaan uitvoeren. Een beroep op zenderexploitanten als Nozema en Broadcast Partners — die beide ook op de Vlaamse markt actief zijn — is niet toegestaan. Ook dit is opnieuw een inbreuk op het vrije verkeer van diensten in de Europese Unie.
16 Licentie toekennen op grond van intentieverklaring. Dan is er het criterium dat de erkende landelijke omroepen gebruik moeten maken van een eigen nieuwsdienst, die hoofdzakelijk bestaat uit beroepsjournalisten. Het is zelfs zo dat het Vlaams Commissariaat een afweging maakt op grond van lijstjes met namen van journalisten! Kandidaten dienden op te geven hoeveel, maar ook wèlke beroepsjournalisten zullen instaan voor de nieuwsdienst. Het VCM gebruikt deze informatie. De frequenties worden uitgegeven voor een periode van negen jaar en het is uiteraard te belachelijk voor woorden om een zendlicentie toe te kennen op grond van "intentieverklaringen" van journalisten met kandidaten voor een licentie, waarin wordt gesteld dat een geaccrediteerd journalist bij de desbetreffende zender zal gaan werken indien die een licentie krijgt. Alsof dat een garantie is dat die betreffende journalist er de volledige negen jaar zal blijven werken. Ook lijkt dit op een niet te rechtvaardigen politieke beïnvloeding van de media. Bovendien: stel dat er een aanzienlijk aantal journalisten bij het station is opgestapt. Juist die journalisten vormden aanleiding destijds om de frequenties aan de betreffende partij toe te kennen. Zou een benadeelde partij dan met succes de geldigheid van de licentie kunnen aanvechten?
17 De jurisprudentie van de zaak Säger. Sterker nog, het hele gegeven dat een geheel eigen nieuwsdienst moet instaan voor de verzorging van "minstens vier journaals per dag" strookt al niet met de Europese regelgeving. In de zaak Säger oordeelde het Europees Hof van Justitie in Luxemburg: "[...] as a fundamental principle of the Treaty, the freedom to provide services may be limited only by rules which are justified by imperative reasons relating to the public interest and which apply to all persons or undertakings pursuing an activity in the State of destination, in so far as that interest is not protected by the rules to which the person providing the services is subject in the Member State in which he is established. In particular, those requirements must be objectively necessary in order to ensure compliance with professional rules and to guarantee the protection of the recipient of services and they must not exceed what is necessary to attain those objectives" (paragraph 15).
18 Maken externe redacties geen goede nieuwsbulletins? Met andere woorden: de eisen waarmee de Vlaamse overheid mag aan komen zetten, moeten niet zwaarder zijn dan wat noodzakelijk is om het beoogde doel te bereiken. Met betrekking tot de verplichting van een eigen nieuwsdienst zal het Vlaams Commissariaat op het standpunt staan dat dit noodzakelijk zal zijn om een onafhankelijke, pluriforme nieuwsvoorziening te kunnen garanderen. Maar het beoogde doel wordt ook bereikt door een externe nieuwsdienst in te huren die beter en goedkoper kan werken doordat aan meerdere afnemers nieuwsproducten worden geleverd. Zo verzorgt het ANP in Nederland de nieuwsuitzendingen voor het overgrote deel van de commerciële stations. Kortom, ook dit criterium van het Vlaams Commissariaat is juridisch aanvechtbaar.
19 Het decreet van Wallonië. Ook in de overige EU-landen valt er in iedere toetsingsprocedure wel wat te vinden dat juridisch aanvechtbaar is. In Wallonië geldt er een decreet van 24 juli 1997 dat de vergelijkende toets regelt voor uitgifte van frequenties. Door juridische problemen heeft men dit echter al ruim vier jaar nog helemaal niet kunnen toepassen. Zo moet er bijvoorbeeld met de geschreven pers worden samengewerkt, en ook hier moeten er weer professionele journalisten in vaste dienst worden genomen. En er moet een werkgelegenheidsplan worden gepresenteerd.
20 Ook in Wallonië gaan ze buiten het EU-boekje. Zoals we al weten, is "radio" een dienst waarop artikel 49 van het EU-verdrag van toepassing is. Het toekennen van frequenties in Wallonië aan een partij die belooft banen te scheppen of te behouden, of die wordt verplicht zich in Wallonië te vestigen, is in strijd met dat verdrag. Ook de eis dat 70% van de programma's uit "eigen producties" moet te bestaan, kan worden aangevochten met de eerder genoemde Säger-zaak in het achterhoofd. Overigens schrijft de "Commissie Andriessen" zelf in haar rapport dat er binnen het huidige kabinet van de Franstalige Gemeenschap in België nogal wat terughoudendheid bestaat omtrent de complexiteit van de procedures, zoals die staan beschreven in het decreet van 1997.
21 Duitsland helemaal niet vrij van ... zonden. In de Duitse deelstaat Hessen kijkt men nadrukkelijk naar de politieke, wereldbeschouwelijke en maatschappelijke achtergrond van het personeel en hun aandelenbelang. Ook hierop zijn dezelfde tegenargumenten van kracht als in België. Tevens moet de aanvrager woonachtig zijn in Duitsland, en deze eis vormt dan weer een ernstige inbreuk op artikel 49 van het EU-verdrag. In de deelstaten Berlijn-Brandenburg, zo blijkt uit het rapport, geldt naast eerder gestelde vereisten ook de eis dat de aanvrager een bijdrage dient te leveren aan de werkgelegenheid op het gebied van media in de beide deelstaten. En nogmaals ... ook dit vormt een inbreuk op de regeling dat er binnen de Europese Unie vrijheid van dienstverrichtingen geldt, en dat het radiostation doorgaans zelf mag weten waar het zich vestigt.
22 Frankrijk voorlopig als het "goede" voorbeeld. Het enige land dat het een beetje goed doet op het vlak van de beauty contest, is Frankrijk. Maar dat land stelt dan ook puur inhoudelijke programmatische criteria, tezamen met aanvullende criteria als media-ervaring en maximaal bereik. Hoe een radio-omroep aan de gestelde criteria voldoet, is een zaak van het station zelf. Wel verplicht Frankrijk de grote commerciële stations om een deel van de opbrengsten af te staan aan de kleinere concurrenten — die overigens dan wel een andere, minder commerciële formule voeren. Vermoedelijk hebben de grote commerciële stations hier niet zo'n moeite mee, maar nergens in Europa kan een bedrijf ertoe worden verplicht om een concurrent in het zadel te houden, ook al is die nog zo klein ...
23 Gevoerde procedure moet uiterst transparant zijn. Kortom, de Nederlandse regering heeft gelijk wanneer ze, evenals de Franstalige Gemeenschap in België overigens, stelt dat een beauty contest een complexe zaak is. Uiteraard is vanuit politiek oogpunt zo'n toets zeer goed verdedigbaar. Maar afgezien van de bepalingen in de Nederlandse Telecommunicatiewet die de veiling toch als eerst in aanmerking komende methode omschrijft, kunnen er bij een juridisch verdedigbare beauty contest slechts algemene, inhoudelijke programmatische criteria worden gesteld op grond waarvan dan een verdeling plaats moet vinden. Die criteria moeten van tevoren bekend zijn, en de gevoerde procedure moet transparant zijn en er mogen geen partijen worden gediscrimineerd.
24 Rechtsgangen kunnen niet afgewend worden. Probleem is nu juist dat vrijwel alle deelnemende partijen aan die criteria zullen kunnen en willen voldoen. De Nederlandse overheid dient vervolgens op grond van kleine subtiele verschillen in de programma-concepten een afweging te maken die uiteraard aangevochten kan worden omdat een andere kandidaat met een soortgelijke formule dan wél dat begeerde frequentiepakket in bezit heeft kunnen nemen. Juist hier is de Nederlandse regering zo bang voor. Immers, stel dat Radio 538 wordt afgewezen omdat Yorin FM net een tikkeltje meer Nederlandstalige muziek ten gehore brengt. Denk maar niet dat men vervolgens zal zeggen: "Ach wat jammer nou, als ik dat ene Nederlandstalige plaatje per dag zou hebben geprogrammeerd dan had ik die frequentie gekregen. Nu ja, er heeft tenminste een eerlijke afweging plaatsgevonden." Integendeel, Radio 538 sleept de overheid meteen weer voor de rechter. En gelijk hebben ze!
25 Overal beperkende en verplichte criteria. Om dergelijke problemen te voorkomen is het voor de overheid derhalve noodzakelijk om een zo duidelijk, eerlijk mogelijk verdelingsmechanisme te ontwikkelen voor die begeerde frequenties. En dat mechanisme heeft de overheid met een veiling in handen. Immers, zelfs de overheid kan die uiteindelijke veiling niet meer beïnvloeden! Wat we in het rapport van de Commissie Andriessen zien, is dat er in het buitenland bij de frequentieverdeling ook vooral criteria meewegen die niet direct op de inhoud van het programma betrekking hebben. Zoals de verplichting om zelf je zenders te exploiteren, het scheppen van werkgelegenheid binnen de regio, het zelf in dienst nemen van een complete nieuwsdienst. In sommige landen moet er met de schrijvende pers worden samengewerkt, in andere landen mag dat juist weer niet, etcetera. In vrijwel alle gevallen zijn dergelijke criteria juridisch aanvechtbaar. En de Nederlandse media-ambtenaren weten dat maar al te goed.
26 De allesoverheersende vraag werd niet beantwoord. In het rapport van de Commissie Andriessen wordt geen enkel instrumentarium gepresenteerd dat waterdicht frequenties verdeelt via een schoonheidscommissie. Hoe kies je tussen enkele tientallen plannen voor zenders, die allemaal goed gefinancierd zijn en allemaal inhoudelijk sterk? Het rapport beantwoordt dan ook niet de belangrijkste vraag: "Wat is een waterdichte variant van de beauty contest, zodat de herverdeling niet gevolgd zal worden door een stortvloed van rechtszaken van partijen die gepasseerd zijn, waarbij die zaken ook nog eens een goeie kans van slagen hebben?" De VCR en NLCR hadden beter op deze vraag een commissie kunnen laten zwoegen.
   
Previous
  Een reactie
  Ruud Poeze, de drijvende kracht achter de Vereniging Middengolfzenders i.o. (VMZ) en nieuwslezer bij Sky Radio — en bijgevolg ook bij Radio 538 — reageert, in naam van de VMZ, op dit artikel. Het valt hem op dat het stuk "wel heel erg veel overeenkomsten vertoont met de reactie die Nieuws FM eerder gaf bij monde van Martin Bosma." Bovendien is er, zo schrijft hij, wel het een en ander op af te dingen.
27 De Ru is helemaal niet ongeloofwaardig. Dat professor De Ru, die zowel van de Commissie Andriessen als van de Commissie-Bouw deel uit maakte, nu opeens ongeloofwaardig is geworden volg ik niet. Bij mijn weten is de Commissie-Bouw niet meer actief. Bovendien werkte de Commissie-Bouw aan een plan om de huidige zenders door te laten gaan: dat was de opdracht die zij kreeg van de regering. Nu heeft De Ru in een commissie gezeten die een rapport heeft geproduceerd waarbij een ander verdelingsmechanisme wordt onderzocht. Inderdaad betaald door de VCR, maar waarom zou een medewerker die eerst voor de regering heeft gewerkt en nu voor een belangengroep werkt opeens niet meer geloofwaardig zijn? Dat zou hij alleen zijn als hij de conclusies van Bouw onderuit haalde, omdat een belangengroep daar ... belang bij zou hebben.
28 Voor veiling van de AM is er geen geld. Bovendien is het mij niet bekend dat de Kamer aanvullende formats zou willen toelaten als de huidige stations doorgaan. Dat is bij mijn weten nooit gezegd. Het rapport zegt juist dat de gemiddelde doorlooptijd van een verdeling op basis van vergelijkende toets een half jaar is. Neem maar van mij aan dat een veiling niet veel sneller gaat. Nadeel van een veiling is dat het de omroepen veel geld kost, geld dat zeker niet in programma's en personeel wordt gestoken. Voor middengolf geldt zelfs dat er geen extra geld is voor een veiling. Dat vanwege de slechte markt en de hogere zendkosten.
29 Bruikbare elementen in Rapport Andriessen. Het VMZ wil voorkomen dat partijen te veel geld bieden en dan vervolgens geen geld meer hebben om de zaak uit te rollen, zoals bij de UMTS-veiling is gebeurd, dan wel dat er alleen nog maar heel platte programma's worden gebracht en er nog minder variatie is dan nu. Elke vorm van verdeling die zinvol, eerlijk en transparant is en geen extra geld kost, juichen wij als VMZ, Vereniging Middengolfzenders i.o., dan ook toe. Wij vinden dan ook dat er bruikbare elementen in het "Rapport Andriessen" zitten.
  7 september 2001, Ruud Poeze
   
Previous
  Meer over dit onderwerp vind je in ons dossier etherveiling.
  2001 © Soundscapes