Dolf Hell en Frits Jonker (2009), De muzikale verleiding. Nederlandse reclame op 45 toeren. Amsterdam: Nijgh en van Ditmar, 2009 (ISBN 978 90 388 9286 3; 154 pagina's, geïllustreerd en voorzien van namen-, zakenregister en liedjesregister; bijlage: 2 audio-cd's)
door Hans Knot
Goedkope grammofoonplaatjes op 45-toerenformaat werden vanaf het begin van de jaren vijftig vaak gebruikt voor reclamedoeleinden. Dolf Hell en Frits Jonker maakten daar een kort maar, letterlijk en figuurlijk, luisterrijk overzicht van. Hans Knot las het boekwerkje voor ons door.
1
Reclame op de plaat. Het is al weer ettelijke jaren geleden dat Gerard Leenders van het programma Andere Tijden van de VPRO mij uitnodigde voor een reisje naar het zendstation van het legendarische Radio Luxembourg. We bezochten toen ook enkele locaties die eerder door de organisatie achter Radio Luxembourg waren gebruikt, zoals studio's, kantoren en andere voorzieningen. Tijdens de reis bespraken we hoe we het programma een eigen kleur konden geven, ondermeer door het gebruik van programmafragmenten. Zelf had ik in de afgelopen decennia het nodige vastgelegd, maar Leenders had, als producer van het programma, ook het nodige aan historisch researchwerk verricht. Zo had hij ondermeer unieke glaspersplaten boven water weten te halen met daarop reclamespots die al voor de Tweede Wereldoorlog waren uitgezonden op de toenmalige Nederlandstalige service van Radio Luxembourg.
Op die glaspersplaten stonden ondermeer een aantal reclamedeuntjes voor Boffie Koffie, een product van het Zaandamse bedrijf Albert Heijn. Een bedrijf dat toentertijd nog alleen kleine winkeltjes had, waarvan een toonbank met verkoper het middelpunt vormden. Een pondje suiker werd op verzoek in een zakje gedaan, hetgeen ook de regel was met koffie, rijst en andere producten. Nederland was nog lang niet aan de zelfbediening toe, maar de producten dienden toch op de een of andere manier aan de man, of beter gezegd aan de vrouw te worden gebracht. Reclame in tijdschriften gericht op de huisvrouw was daarvoor het belangrijkste middel.
Folders zoals die tegenwoordig wekelijks in grote pakken in de brievenbus worden gedrukt — als deze tenminste niet zijn voorzien van een zogenaamde antisticker — waren er in die tijd nog lang niet. Nog langer zou het duren voordat er commercials waren te horen op de publieke radio; het zou nog decennia duren alvorens de zogeheten STER-reclame op de radio werd geïntroduceerd. Maar toch was er dus al eerder reclame te horen via Radio Luxembourg, zoals ik merkte toen ik tijdens de rit naar Luxemburg hoorde dat er reclamespots waren teruggevonden van het radiostation en dat deze verwezen naar een product van Nederlands grootste grutter. Op glasplaat nog wel. Ik had er wel van gehoord maar dat glasplaat ook was gebruikt als drager voor reclameboodschappen was totaal nieuw voor mij.
2
In soorten en maten. Glaspersplaten ontbreken in mijn archief, maar daar zijn weer andere vormen van reclame-uitingen op geluidsdragers terug te vinden. Ieder heeft zo zijn specialisatie en zo heb ik een beperkt aantal voorbeelden van reclameplaatjes in mijn archief, waarvan er eentje al jaren op een goed zichtbare plaats in de leeskamer staat: een reclame-uiting op flexidisk verzorgd door Corry Brokken voor de benzinemaatschappij BP. Ik kan me niet meer herinneren hoe het flinterdunne plaatje, gevat in een kleurrijke hoes, in mijn bezit is gekomen, maar het is een gekoesterd onderdeel van de collectie. Over dit soort plaatjes gaat de nieuwe publicatie De muzikale verleiding. Nederlandse reclame op 45 toeren van de hand van Dolf Hell en Frits Jonker. Glaspersplaten en flexidisks zijn overigens niet de enige dragers van reclameboodschappen. Er zijn, zo blijkt uit het kleurrijke boekwerkje meer soorten geluidsdragers met reclame geweest. Zo vermelden de auteurs het bestaan van een "TikTak"-lied uitgebracht op een 78-toeren bakeliet-plaat, die door een Groningse koffiebrander rond 1935 ter promotie werd uitgedeeld. Daarnaast had je bijvoorbeeld ook nog kartonnen fiberplaatjes, die in vierkant werden gemaakt en die meegeniet konden worden in een tijdschrift.
De eerder genoemde flexidisk was een 0,1 mm dun schijfje dat slechts aan een kant een groef had. Als je het tegen het licht hield kon je er dwars doorheen kijken. Er stond dan ook maar een enkel nummer op. Had een opdrachtgever echt veel geld te besteden, dan kon er een dikkere versie worden besteld met ook een compleet afdraaibare groef op de achterkant. Doorgaans werden deze plaatjes geperst. In hun boek beschrijven Hell en Jonker ook het Sonopress-systeem, een goedkoper procedé waarbij de platen niet werden geperst maar gedrukt. Hoe dan ook, de plaatjes deden het goed in de jaren vijftig en zestig een zelfs later. Ze werden nog tot in jaren tachtig verspreid. Miljoenen reclameplaatsjes werden geleverd aan bedrijven die hun product op deze manier aan de man wilden te brengen, of aan andere doelgroepen. Bij dat laatste valt bijvoorbeeld te denken aan sportverenigingen, die voorafgaande aan een wedstrijd of in de rust vanaf de plaat een boodschap konden laten horen.
Links: Op een tekst van Annie M.G Schmidt bezongen Ronnie Potsdammer en Heleen van Meurs de voors en tegens van de 2CV, het 'Lelijke Eendje' op een bekend reclameplaatje uit het begin van de jaren zestig
Het boek De muzikale verleiding is voorzien van een voorwoord geschreven door Pim Reinders van de Stichting Het Reclamearsenaal, die een scala aan verhalen, objecten en artikelen inzake de reclame in Nederland beheert en propageert. Hij meldt ondermeer dat de eerste reclameplaat ooit in Nederland uitgebracht, zo rond 1900, er kwam met als doel de grammofoonplaat zelf te promoten.
3
Bekende namen. Sommige reclameplaatjes kreeg je als klant gratis, voor andere diende een financiële vergoeding te worden betaald. Zo leverde zeepfabrikant Lever haar klanten een plaatje voor 65 cent en nog eens drie LUX-merkjes, de naam van de zeep die op het plaatje werd gepromoot. Tussen 1953 en 1980 werden er al met al ongeveer 1.500 verschillende reclameplaatjes uitgebracht, waarvan twee-derde op vinyl. Een belangrijk persoon in het kader van de productie, het schrijven van teksten en de registratie van de liedjes is Ben Vreden, in wiens studio in Soest ettelijke songs werden opgenomen. Dit gebeurde door een reeks van bekende Nederlandse artiesten zoals Corry Brokken, Mieke Telkamp, Wim Sonneveld, Johan Kaart, Toby Rix en het Cocktail Trio. Onder het rijtje namen vinden we ook Max Tailleur die in opdracht van bedrijven een schijfje vol moppen insprak. Ook is er sprake van een klein aantal reclame-LP's waarvan die voor de postgiro, gemaakt door André van Duin en Ferry de Groot, wel de bekendste is.
De Groot en Van Duin werden bekend door hun Dick-voor-Mekaar-show op Radio Noordzee Internationaal — aanleiding voor mij om te wijzen op een dubbele misser in dit verder uitstekend gedocumenteerde boek. Tot twee keer toe wordt namelijk vermeld dat de zeezenders Veronica, Noordzee en Mi Amigo als eerste reclameboodschappen uitzonden exclusief gericht op Nederland. De auteurs hadden kunnen volstaan met de naam van Radio Veronica. Radio Noordzee startte zijn programma's immers in 1971 en Mi Amigo nog drie jaar later in 1974. In de tussentijd was Nederland al jaren gewend geraakt aan de STER via de publieke zenders op de radio en de televisie.
Verzamelaars houden ervan om lijstjes te maken van hun favorieten. De beide auteurs van het boekje, Hell en Jonker, doen daar ook aan mee. Ze hebben gekozen voor een top-40 van de in hun oren leukste en uniekste reclameplaatjes. Die veertig liedjes staan allemaal prachtig beschreven in het kleurrijke boek De muzikale verleiding en het allermooiste is dat er twee cd's zijn toegevoegd met daarop alle veertig liedjes. Het geheel gaat de deur uit voor een prijs van 39,90 euro. Het boek zelf is niet zo dik. De kijk- en leestijd is ongeveer gelijk aan de tijd die het kost om de veertig reclameliedjes te beluisteren. Lezen en luisteren kan dus samen op gaan.